Veterinaire Verhalen over Paarden

1984 - 2004

hoe het vak van paardenarts veranderde


verteld door Leo Rogier Verberne
met tekeningen van Marisca Bruinooge-Verberne


Paarden
  • Cover
  • Opdracht
  • Colofon
  • Paardenarts 1984-2004
  • Hoefbevangenheid
  • Kreupelheidsonderzoek
  • Plattelandspraktijk
  • Aankoopkeuring
  • Hoefkatrol
  • Dampig
  • Infarctkoliek
  • Droes
  • Klophengst
  • Lang castreren
  • Padhengst
  • Paardenverlossing
  • Veulenziekte
  • Bolspat
  • Draadwond
  • Hoge schoft
  • Baarmoederontsteking
  • Dichtzetten
  • Hormoonspuit
  • Tweelingdracht
  • Verkeersongeluk
  • Hoofdwond
  • Zadelmak
  • Auteur
  • 15. Draadwond



    Prikkeldraad, gladde staaldraad en nylondraad worden veel gebruikt om weilanden af te rasteren. Maar die dunne draden zijn voor paarden slecht te zien. Dat is vreemd voor een dier dat al op vierhonderd meter afstand z’n eigenaar herkent. Ongelukken met paarden die in zulke draden verstrikt raken, komen vaak voor en ze veroorzaken ernstige wonden.

    Afrastering
    Percelen voor paarden kunnen beter worden afgezet met een breed lint of met balken. Die zien ze. Maar als op dat perceel ook schapen worden geweid, mogen die weer niet onder de afrastering door kunnen. Een paar stroomdraden boven elkaar voor de schapen en een breed lint of een balk erboven voor de paarden is een goede oplossing. De afwisselende beweiding van grasland door paarden en schapen is praktisch. Schapen grazen de schijtbossen af die paarden in de wei achterlaten en ze verminderen de besmetting van het gras met de ingewandswormen van het paard doordat ze met het gras de wormlarven opvreten die voor paarden besmettelijk zijn. Zelf ondervinden ze daarvan geen enkele hinder: ze verteren de larven zonder dat die zich in de darm verder kunnen ontwikkelen. Omgekeerd verteren paarden de wormlarven die voor schapen besmettelijk zijn. Een vorm van biologische samenwerking.

    Scheurwond
    Een paard wil in de wei wel eens rollen. Dichtbij de afrastering is dat riskant: een been kan dan tussen de draden komen. Een paard dat vast komt te zitten, gaat trekken; met geweld. Meestal breekt dan de draad, soms breken de palen waaraan de draad vastzit. Maar gebeurt dat niet, dan blijft het paard rukken tot z’n totale uitputting of tot het been eraf is. De wonden die daardoor ontstaan zijn een ravage: rafelige en verontreinigde scheurwonden. Vaak is het bot beschadigd, soms ligt een gewricht open. In het laatste geval is doorgaans geen redding mogelijk. Ook bij minder dramatische draadwonden duurt het genezingsproces meestal vele maanden. Lelijke littekens blijven zichtbaar en het been is dikker dan normaal.

    Goedemorgen
    Op een ochtend aan het eind van september hangt er nevel over de wei achter ons huis. Daardoor zijn de schapen vanuit het slaapkamerraam niet te zien. Alleen het hoofd van de merrie steekt boven de mist uit. Als ik tussen de middag thuiskom, staat ze op dezelfde plaats. De nevel is verdwenen en ik zie een deel van de afrastering platliggen. Een aantal paaltjes is afgebroken. Pas dan valt me op dat er met het paard iets mis is. De schrik slaat me om het hart: ze zal toch niet …? Op een draf hol ik erheen en jawel hoor: het rechter achterbeen is ernstig beschadigd. De voorkant van de kogel steunt op de grond en de hoef is naar achteren omgeklapt doordat de strekpees is afgescheurd. De huid hangt omlaag als een afgezakte kous. Het bot ligt bloot en er zitten diepe groeven in. Het spronggewricht is één bloederige wond van gerafeld vlees. En alles zit vol haren en vuil. De merrie staat er gelaten bij. Paarden hebben geen mimiek voor pijn.

    Gewricht
    Aan het halster strompelt ze met me mee tot de stal. Daar rol ik de tuinslang uit. Maar de haren, de bloedstolsels en het vuil laten niet los door de waterstraal: alles zit vastgekoekt. Dan rij ik m’n auto de wei in zodat ik alles bij de hand heb voor de behandeling. Ze krijgt een praam op de bovenlip. Daardoor ontstaat een lichte verdoving, net als bij acupunctuur. Ik maak het been schoon met verbandgaas en betadine. Opzij van de wond steek ik een naald in het spronggewricht en spuit er pen-strep in; dat is een melkwitte antibioticum-combinatie van penicilline en streptomycine. Door de druk bolt het gewricht op. Als het kapsel ergens lek is, zal de witte vloeistof naar buiten komen en in de wond goed te zien zijn. Dat gebeurt niet: het spronggewricht is dus gelukkig nog intact! Ze krijgt nog een spuit in de bil met dezelfde antibiotica. De wond is van de voorbije nacht en dus is de ontsteking al begonnen. Om het onderbeen wikkel ik paraffinegaas: dat kleeft niet vast aan de wond. Dan volgt een steunverband en ze krijgt een pijnstiller in de mond.
    Ziezo. Nu valt een deel van de spanning van me af.

    Nazorg
    De pijnstiller en de injecties met antibiotica krijgt ze ook de twee dagen daarna. Ze blijft intussen op stal en doet alleen een paar keer per dag enkele passen buiten de box om de bloedstroom op gang te houden. Na een week volgt de eerste verbandwisseling. De wond oogt nu frisser maar de ravage is nog even groot. Dat verband wordt vervolgens elke week gewisseld,  twee maanden lang. Als de genezing op gang komt, begint het onder het verband te jeuken. De merrie gaat er eerst aan likken en begint er dan in te bijten. Zonder zo’n verband zou ze zelfs in de wond gaan bijten: want jeuk is erger dan pijn. Pas als de jeuk voorbij is, kan het verband eraf. Dat duurt nog een paar weken. Maar dan gaat het genezingsproces hard. Te hard, want er vormt zich wild vlees. Dat groeit uit tot een bloemkool en het moet worden vlakgesneden. Wild vlees is gevoelloos maar bij het afsnijden ontstaan spuitende bloedingen. Die moet je stelpen door een nieuw drukverband.

    Afloop
    Daarna kan een verband eindelijk achterwege blijven en mag de wond aan de buitenlucht worden blootgesteld. Geleidelijk groeit er weer huid over het nieuwe weefsel. Na in totaal een maand of vier is van de wond alleen nog een breed en onregelmatige litteken over. De afgescheurde strekpees werkt dan weer normaal: het weefsel dat het gat aan het onderbeen heeft opgevuld, is kennelijk gaan functioneren als pees.
    Als driejarige wordt ze voor het stamboek gekeurd en daarin zonder problemen opgenomen: ze stapt en draaft dus weer volkomen normaal. Ook bij het rijden blijkt dat ze geen functionele problemen heeft overgehouden aan de verwonding. Het enige dat rest is een dikker been met een litteken.
    Zo’n intensieve behandeling en verzorging gedurende vier maanden zijn echter bij een drukke praktijk haast niet te doen. Maar heb je niet zo’n drukke baan dan is er wel tijd genoeg, maar kun je weer geen eigen paard houden.

    001

    drie jaar oude draadwond rechtsachter


    lees verder

    © Leo Rogier Verberne
    ISBN/EAN: 978-90-818362-5-8
    www.verberneboek.nl

    andere e-boeken van Rogier Verberne
    Vergelijking van Ligfiets en Racefiets
    Q-koorts, de Australische tekenbeetkoorts
    Juvenile, Adult-onset and Monogenic diabetes
    The cure for juvenile diabetes

    cover_boekje_over_paarden

    Veterinaire Verhalen over Paarden
    paperback, 136 pag.
    € 17.95

    klik hier om te bestellen