Veterinaire Verhalen over Vee

1984 - 2004

hoe het vak van veearts veranderde


verteld door Leo Rogier Verberne
met tekeningen van Marisca Bruinooge-Verberne


Landbouwhuisdieren
  • Cover
  • Opdracht
  • Colofon
  • Veearts 1984-2004
  • Een big kon niet schijten
  • Plattelandspraktijk
  • Kalf afzagen
  • Slepende melkziekte
  • Kopziekte
  • Koeien onthoornen
  • Pinkenstier
  • Doodliggen van biggen
  • Geitenverlossing
  • Schijndood
  • Kalfziekte
  • Scherp-in
  • Lebmaagverplaatsing
  • Drieling
  • Maden
  • Leverbot
  • Ringschimmel
  • Difterie
  • Mond- en klauwzeer
  • Boviene Virus Diarree
  • Bedrijfsprobleem
  • Vaarzenverlossing
  • Bruls
  • Vruchtbaarheid
  • Vee-verbetering
  • Auteur
  • 21. Bedrijfsprobleem (sportgeneeskunde van de koe)



    Als een koe vierenveertig liter melk per dag produceert maar haar productie daalt plotseling naar ‘slechts’ vijfendertig liter, wat mankeert dan zo’n koe? Ziek is ze niet, maar ze is ook niet in topconditie. En als zo’n daling van de melkproductie met circa twintig procent een aantal van de koeien overkomt, heb je een bedrijfsprobleem.

    Holstein-Friesian
    Tot de jaren zeventig (20e eeuw) dienden de koeien een dubbel doel: zowel de melk als hun vlees was van economisch belang. De Friese koe was daarin lange tijd wereldkampioen en werd naar alle windstreken geëxporteerd. Maar sindsdien werden aparte melk- en vlees-rassen gefokt. Voor de melkproductie worden nu vooral Holstein-Friesians gebruikt. Die zijn in Amerika gefokt uit de van oorsprong Friese koeien en vandaar over de hele wereld verspreid, ook terug naar Nederland. Want ook hier worden nu op de melkveebedrijven voornamelijk Holstein-Friesians gehouden. Mede daardoor is de melkproductie per koe gestegen van ruim 5000 liter per jaar in 1984 naar circa 8000 liter gemiddeld in 2004. Maar behalve de erfelijke aanleg is vooral de voeding van het melkvee in die twintig jaar sterk verbeterd waardoor de productie met circa 60% kon toenemen.

    Voeren
    Tot de jaren zeventig liepen de koeien van april tot oktober dag en nacht in de wei. ’s Winters werden ze op stal gezet en ze kregen dan kuilgras of hooi te vreten aangevuld met voederbieten. Nu, in de 21e eeuw, krijgt alleen het jongvee nog dag en nacht weidegang in de zomer; koeien komen niet meer buiten of maar enkele uren per dag. Want een dagproductie van veertig tot vijftig liter melk op alleen weidegras is niet mogelijk. Dat vereist een uitgekiend rantsoen. Daarvan vormen maissilage en kuilvoer de basis. Laboratorium-analyse van de mais- en de graskuil bepaalt welke producten daaraan toegevoegd moeten worden bijv. soja, aardappels of raapzaad; bierbostel, suikerbietenpulp of palmpittenschroot. Ook een mineralenmengsel wordt toegevoegd. Dat zogenoemde ruwvoer dient dag en nacht beschikbaar te zijn voor het melkvee en het wordt tweemaal per dag ververst. De restanten worden aan het jongvee en de droogstaande koeien gevoerd. Verder krijgt elke melkkoe individueel twee of drie soorten krachtvoer via de voercomputer, afgestemd op haar dagproductie en de percentages vet en eiwit in haar melk. In de stal staan daarvoor een aantal voer-boxen die door een computer worden gestuurd. Daarin wordt elke koe herkend aan de transponder om haar nek of rond een van haar poten. Het voeren van melkvee is dus vakwerk geworden.

    002

    voergang met tractor

    Melken
    Op de meeste bedrijven worden de koeien twee keer per dag gemolken. Bij het gebruik van melkrobots vaker. Want de koeien kunnen zich dan de klok rond aanbieden om gemolken te worden. Gemiddeld gebeurt dat meer dan drie keer per etmaal. Daardoor wordt de melkproductie groter. Maar anno 2000 is de prijs voor een melkrobot circa € 100.000,- en voor honderd  koeien heb je twee robots nodig. Het roterende melkplatform is een alternatief. Daarbij staan achtentwintig of nog meer koeien op een ringvormig platform dat langzaam ronddraait terwijl ze gemolken worden. In de  ‘melkput’ staat de boer met de uiers van de koeien op ooghoogte. De productie van elke koe wordt gemeten en als die afwijkt van haar normale hoeveelheid wordt dat gesignaleerd. De geleidbaarheid van de melk is een indicator voor uierontsteking. Die melk wordt dan afgetapt zodat ze niet in de melktank komt. Als een koe is uitgemolken, stapt ze van het platform af en een volgende stapt er op. Het melken van de koeien is op een modern bedrijf dus een hightech bezigheid geworden die grote investeringen vergt. 

    003

    roterend melkplatform

    Productiedaling
    Een melkveehouder heeft gebeld omdat de productie van een aantal koeien al een paar dagen te laag is; de melkmachine heeft dat gesignaleerd. Verder lijken ze volkomen gezond. Wat is hier aan de hand? De meest uiteenlopende oorzaken zijn daarbij mogelijk: tijdens tochtigheid zijn de dieren onrustig en ze vreten dan te weinig. Ze kunnen ook te weinig vreten omdat het ruwvoer niet smakelijk genoeg is. Of het ruwvoer is onvoldoende gemengd waardoor ze bijv. te weinig mineralen krijgen. De toevoer van het krachtvoer naar de voerboxen stagneert als de voercomputer hapert of als een vijzel voor het transport vanuit de krachtvoersilo stuk is. Een silo kan met een verkeerde soort krachtvoer zijn bijgevuld. Het klauw-bekappen kan te lang zijn uitgesteld waardoor enkele koeien pijnlijke poten hebben, eerder gaan liggen en minder vreten aan het voerhek. Het klinkt vergezocht maar het zijn allemaal praktijkgevallen en de meeste zijn meer dan eens voorgekomen.

    Een koe die niet optimaal produceert, kun je vergelijken met een topsporter die onvoldoende presteert. Bijv. een schaatser die de 10 km in 12.50 kan rijden maar die daar meer dan 15 minuten over doet. Wat mankeert zo’n man? Is hij te weinig gemotiveerd en gaat hij tot laat in de nacht stappen? Werkt hij zijn trainingsschema niet zorgvuldig af? Houdt hij zich niet aan zijn voedingspatroon? Is een van zijn schaatsijzers misschien scheef? Heeft hij de ziekte van Pfeiffer of van Lyme? De speurtocht naar de oorzaak begint met een uitgebreid medisch onderzoek. En vervolgens is een team van begeleiders nodig om zo’n man weer ‘op de rails' te krijgen.

    Ook het zoeken naar de oorzaak van een relatief geringe productiedaling bij koeien begint met een grondig klinisch onderzoek: longen en hart; de pens en de rest van het maagdarmkanaal, ook inwendig via de endeldarm;  baarmoeder en eierstokken; de poten en het onderzoek van de uier. Bloed, melk en/of mest en urine worden nagekeken in het laboratorium van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) .

    004

    onderzoek van het hart

    Aanpak
    Enkele van de ‘boosdoeners’ staan aan het voerhek. Ze zijn een half uur geleden gemolken. Op de thermometer en bij het verdere klinisch onderzoek zijn geen afwijkingen te vinden. De uiers zijn soepel maar de lymfklieren in de liezen zijn verdikt. De slotgaten aan de spenen zijn eeltig. Op mijn zwarte vierkwartieren-schaaltje trek ik uit elk kwartier een straal melk. Die ziet er normaal uit. Dan wat T-pol er bij. Dat is een 3% zeepoplossing (natriumlaurylsulfaat). Als de melk een te hoog celgetal heeft, ontstaat slijm. Hoe meer ontstekingscellen in de melk, des te slijmiger wordt het mengsel. En jawel: in de melk uit beide achterkwartieren blijkt het celgetal fors te hoog. Daarvan neem ik een monster voor bacteriologisch onderzoek. Maar waarom heeft de melkmachine dit niet gesignaleerd? Die meet de geleidbaarheid van de melk en die neemt toe als er meer zout in de melk zit. Dat gebeurt als het uierweefsel door een acute ontsteking wordt aangetast. Maar bij een chronische ontsteking of irritatie wordt geen extra zout in de melk uitgescheiden terwijl er dan wel ontstekingscellen worden geproduceerd door het uierweefsel. Dus bij een chronische uierontsteking is de geleidbaarheid van de melk niet of nauwelijks verhoogd maar het celgetal wel.

    Onzichtbare uierontsteking
    Op het oog is aan deze melk niks afwijkends te zien terwijl het celgetal toch flink is verhoogd. Dat heet ‘onzichtbare uierontsteking’. Het uierweefsel is geïrriteerd en reageert met een ontstekingsreactie. Daardoor worden extra witte bloedcellen afgescheiden, maar niet in die mate dat het aspect van de melk (kleur, geur, smaak) erdoor verandert. Maar de melkgift daalt wel. Irritatie van uier en spenen kan bijv. ontstaan door te krappe ligplaatsen: koeien kunnen dan bij het opstaan op hun spenen trappen en de uier kneuzen. Meestal zit de oorzaak in de melkmachine: tepelbekers sluiten niet goed rond de spenen, hangen scheef of hebben scheurtjes in de voering waardoor valse lucht wordt aangezogen. De melk wordt niet snel genoeg afgevoerd uit de melkklauw als die te klein is of als de afvoerende slang te dun is voor een vlotte doorstroom. Hierdoor kunnen de vacuümschommelingen aan de speenpunten te groot zijn waardoor de slotgaten geïrriteerd raken: er wordt dan te hard of te ruw aan de spenen ‘gezogen’. Dat maakt het slotgat eeltig waardoor het tepelkanaal na het melken onvoldoende wordt afgesloten. Daardoor kunnen bacteriën de uier binnendringen. Zo’n infectie kan bijv. ontstaan vanuit een natte en vuile ligbox; of via de huid want daarop zitten vaak stafylokokken. Uit de melkmonsters van deze koeien werden in het laboratorium stafylokokken (S. aureus) gekweekt.

    Begeleiding
    Om melkkoeien in topconditie te brengen en te houden, heeft de boer een aantal bedrijfsbegeleiders nodig. Niet alleen een veearts maar ook de GD (laboratorium), de voerleverancier (rantsoenberekening), de installateur van de melkmachine (afstellen en onderhoud), de zuivelfabriek (melkcontrole) en de klauwbekapper. Als de melkproductie hapert is de koe de sleutel die leidt naar de oplossing. Het gaat er dan om bij haar de afwijkingen te vinden van het fysiologische optimum. Dat is de ‘sportgeneeskunde van de koe’. Het vormt een grote uitdaging voor het vakmanschap van de veearts. Zo heb ik dat althans ervaren.


    lees verder

    © Leo Rogier Verberne
    ISBN/EAN: 978-90-818362-4-1
    www.verberneboek.nl

    andere e-boeken van Rogier Verberne
    Vergelijking van Ligfiets en Racefiets
    Q-koorts, de Australische tekenbeetkoorts
    Juvenile, Adult-onset and Monogenic diabetes
    The cure for juvenile diabetes

    cover_boekje_over_vee

    Veterinaire Verhalen over Vee
    paperback, 130 pag.
    € 17.95

    klik hier om te bestellen